De vriendelijke politieagent die ik vond
Ik kwam u fietsend tegen in het park.
U was een vriendelijke politieagent
met een bonnenboekje
en twee donkere ogen.
Ik was een fietser die daar niet mocht fietsen.
U vroeg of ik dit vaker deed.
Ik zei dat ik dacht dat dit een fietspad was.
U keek even rond en beaamde dat het inderdaad
op een fietspad leek.
Nee, ik had geen ID mee.
U had wel een idee,
half elf op het bureau.
Een date.
Ik kwam casually late
en een beetje nerveus,
we kenden elkaar pas net.
U haalde een cappuccino voor mij,
schreef mijn sofinummer over.
Ik vroeg hoeveel u er vandaag gepakt had.
U zei: “Jij bent de enige.”
Ik geloofde u niet.
De andere agenten deden alsof ze bezig waren.
Ook zij wisten dat andere criminelen
gewoon koffie kregen.
“Bedankt voor het langskomen.” zei u.
“Graag gedaan.” zei ik.
“En niet meer fietsen in het park.”
“Nee,” zei ik, “behalve als u er staat.”
Hamlappen
Ooit wenste ik dat wij daar nogmaals zouden liggen
dat perfecte moment met Kees en aardbeien
en ook nog hamlappen geloof ik.
Dat wenste ik heel vaak toen,
toen jij mij niet aankeek of toen jij vertelde over haar.
Ik was en ik ben nog steeds blij voor je
toen niet ik zag het niet
maar met de lunch voelde ik hoe jij lieve woordjes op het servetje schreef en zij giechelde en ik wilde dat ik degene was die mocht giechelen.
Maar nee.
Jij hebt geen streepjestruien en mijn wetlook ken je niet.
Je houdt niet van Crocky chips en vooral droom je niet over mij. Misschien deed je dat wel maar zei je dat niet. Maar ik heb nu iemand gevonden die over mij droomt en dat ook nog durft te zeggen.
Met hem ga ik een samenlevingscontract afsluiten.
Herman van Veen
De Nederlandse held Herman van Veen heeft laten weten ons gedicht ‘Kleine zwaluw’ “verbluffend mooi” te vinden en zingt enkele regels uit dit gedicht in zijn huidige theaterprogramma.
Kleine zwaluw
Wikkel me in een theedoek.
Nee. Eerst.
Sus me vanaf een tegelvloer.
Fluister zittend
dat ik niet bang hoef te zijn.
Leg uit
ik wil je helpen,
ik ben groot maar
ik ga je geen pijn doen.
Noem me liefje,
herhaal dat en alles zachtjes.
En dan.
Wikkel me in een theedoek.
Ga zitten in de keuken.
Druppel kraanwater
in me vanaf de tanden
van een vork.
Sla zachtjes vliegen dood.
Word wanhopig.
Zucht wat ik dan wil.
Word boos dat ik niet vecht.
Heb spijt, zeg liefje,
doe het voor mij.
En als ik dan toch
mijn ogen sluit.
Loop met mij
in de theedoek
de zon in.
En vraag je niet voor altijd af
wat je had moeten doen,
of jouw geur me toch heeft besmet.
Maar begraaf me in het zand
en bewaar de theedoek
en de vork
en de tegelvloer.
Op woensdag 18 april was het zover, de stadsdichtersverkiezing van Ede. In de Edese Post van 13 april werden alle deelnemers aangekondigd.
Helaas, we zijn het niet geworden. Arjan Keene is gekozen tot stadsdichter van Ede. Een teleurstelling waar we snel overheen zijn gekomen. We wensen Arjan heel veel succes en plezier!
Ede zoekt een stadsdichter en wij willen al jaren lang stadsdichter worden. Kan het zo simpel zijn?
Teunis Bunt, docent Nederlands, literatuurrecensent, blogger en columnist (van onder andere Cultureel Café Dante), schreef in oktober een blog over zijn idee dat Ede een stadsdichter zou moeten krijgen. Gemeente Ede, de PvdA in Ede, de Edese Post en wij reageerden erop en het balletje rolde.
De PvdA nodigde ons uit om te komen laten zien en horen wat wij konden, wat ons een optreden voor Ronald Plasterk opleverde. Daarnaast sprong het tv-programma Gelderse Koppen in op het nieuws en kwam Harm Edens in zijn mini langs om ons te filmen.
Toen Teunis Bunt blogde dat gemeente Ede weer eens iets van zich moest laten horen omtrent het stadsdichterschap, bleek er achter de schermen al veel werk verzet door de gemeente, De Edese Post en Cultura. Op woensdag 18 april vindt er namelijk een verkiezingsavond plaats in Cultura.
Wij kunnen niet wachten en we zijn benieuwd!
Soms kom je bij toeval iets moois tegen. Enkele dagen geleden kwam mijn (Kila’s) vriend thuis van de Kunstuitleen, waar hij met een vriendin een kunstwerk had uitgezocht. Hij had een stapel kunstkaarten meegenomen. Het waren kaarten met afbeeldingen van de collectie “Utrechtse Nieuwe 2011″, een groep werken van eindexamenkandidaten van de Hogeschool voor de Kunsten die Kunstuitleen Utrecht jaarlijks selecteert . De kaart die bovenop lag trok meteen mijn aandacht. Twee benen van een jong meisje dat die dag besloten had twee verschillende sokken aan te trekken. Toen ik de kaart omdraaide en de titel van het schilderij las viel mijn mond open van verbazing.
‘Eén zwart-wit gestreepte maillot en één kanten meisjessok’ was de naam van het schilderij. Een regel uit ons gedicht ”Osaka’! (Ook wel bekend onder de titel ‘Rare winkel’) Ik kon het niet geloven en belde natuurlijk meteen Babsie op. Na wat gegoogle en gemail kwamen we in contact met de maker van het mooie werk, Iris Reehorst. Ze vertelde ons dat ze zich voor haar schilderwerk meestal laat inspireren door dichtbundels, muziek of filosofische teksten.
Iris: “Toen ik op een keer er echt even doorheen zat en ik weer eens in een boekenwinkel was zag ik een heel simpel mooi wit boekje liggen met een (vond ik) mooie uitstraling. Door de boodschap op de voorkant twijfelde ik geen moment meer en heb ik het boekje gekocht. Ik ben naar m’n atelier gegaan, heb de cd aangezet en ben gaan lezen. Door jullie gedichten, en de manier van voordragen kreeg ik heel veel ideeën en toen heb ik dit schilderij gemaakt. Na het maken van dit werk ben ik eigenlijk ook weer op gang gekomen met mijn proces, heel erg bedankt daarvoor dus! Bedankt voor het schrijven van het boek en de cd!”
Dit is het schilderij dat Iris na het lezen en beluisteren van het gedicht ‘Osaka’ maakte:
En dit is het schilderij, de tweede versie van het schilderij hierboven, dat opgenomen is in de “Utrechtse Nieuwe 2011″ collectie:
Klik hier voor meer informatie over Iris Reehorst.
Klik hier om het gedicht ‘Osaka’ (a.k.a. ‘Rare winkel’) te beluisteren.
Klik hier om onze bundel Stereo, waar onder andere het desbetreffende gedicht ‘Osaka’ in staat, in huis te halen.
Dit jaar riepen wij de allereerste Duowedstrijd ooit uit! Creatievelingen werden opgeroepen een gedicht, foto, schilderij, verhaal, filmpje, muziekstuk of iets anders in te sturen met het thema ‘duo’. De jury, bestaand uit Kila van der Starre, Babette Zijlstra en poëtisch en muzikaal duo-expert Jeroen Naaktgeboren, waren blij verrast met de variatie, ook al maakte de diversiteit het des te moeilijker drie winnaars uit te kiezen. Het meest geliefde onderwerp bleek ‘tweeling’ te zijn. Niet gek binnen het thema ‘duo’. Maar slechts enkele inzendingen wisten origineel met het onderwerp om te gaan.
Tjade Witmaar, die een eervolle vermelding heeft verdiend met zijn gedicht “een verlegen tweeling”, was één van de deelnemers die originaliteit met zijn (Siamese) tweeling wist te combineren. In dit gedicht wordt banaliteit met absurditeit afgewisseld. Het bevreemdende beeld van een pasgetrouwd stel dat op een curieuze plek aan elkaar vast zit hield de jury tot aan hun tersluiks gegeeuw geboeid. Jammer waren de enkele woorden die op de jury overkwamen als ‘moeilijk doen om het moeilijk doen’.
Eerste prijs: Paul Marius Borggreve
Paul Marius Borggreve mag zich winnaar van de Duowedstrijd 2011 noemen. In zijn gedicht “Duo” wordt op zeer knappe wijze een fraai portret geschilderd van een soort duo dat iedereen kent. In een strakke vorm heeft Paul de vrijheid gevonden een ontroerende beschrijving neer te zetten waarin de eindrijm geen enkele keer stoort. Samen met de humor, de herkenbaarheid en de mooie wending in de laatste strofe verdient dit gedicht het meest van alle inzendingen de eerste prijs. Kila&Babsie en altvioliste Almut Krauss zullen samen naar Groningen afreizen om een privé-optreden te verzorgen. Ook krijgt Paul een gesigneerd exemplaar van de bundel Stereo, inclusief CD, cadeau.
Tweede prijs: Remco Ekkers
Remco Ekkers schreef een gedicht waarover alle drie de juryleden zeiden dat ze het telkens opnieuw wilden lezen. In elke strofe van “Wij zijn twee” komt een duo voor en alle soorten duo’s komen aan bod: van mensen, dieren en objecten, tot mens en dier en mens en object. De regels worden mooi afgebroken en het metrum loopt goed. Echter, het eind van het gedicht had sterker gemogen. Zo sterk als de beginregel bijvoorbeeld, die er mede voor heeft gezorgd dat Remco de tweede prijs heeft gekregen: een gesigneerd exemplaar van de bundel Stereo, inclusief CD.
Derde prijs: Gèry de Keyser
De derde prijs, een gesigneerd exemplaar van een CD van Kila&Babsie en alvioliste Almut Krauss, gaat naar Gèry de Keyser. Op de foto die hij instuurde staan drie mensen, maar twee daarvan zijn onvermijdelijk een duo. Het is een herkenbaar moment. Daarentegen spat tegelijkertijd de absurditeit van de foto af. De foto blijft in je gedachten en heeft de jury dermate geboeid dat Gèry de Keyser de derde prijs in de wacht sleept.
WINNENDE INZENDINGEN
Duo – eerste prijs
Op een tochtje over de Drentse hei,
liep ik mijmerend schaapjes te tellen
en werd opgeschrikt door hevig bellen;
met tegenzin deed ik een stap opzij.
Een ouder echtpaar kwam op fiets voorbij,
allebei op een blauwwitte gazelle
en hetzelfde jack dat wat leek te knellen,
want hij keek even chagrijnig als zij.
Niet alles was gelijk. Hij ging voor,
had de kaart, zij de zware fietstassen
niet tegen zijn tempo opgewassen,
waardoor zij steeds wat terrein verloor.
Ik volgde bedachtzaam in hun spoor.
Op elk potje moest een deksel passen,
maar mocht er meer zijn dan dezelfde jassen?
Waar vonden zijn nog bij elkaar gehoor?
Ik trof hen weer bij de brink op het terras.
Opnieuw duurde de ontmoeting maar even.
Ik kwam toen zij hun zitting hadden opgeheven,
en gingen naar hun fietsen op het gras.
Opeens nam hij van haar de zware tas
om haar daar spontaan een zoen te geven.
Ik zag toe op mijn koffie en hun leven
alsof het nu dertig jaar eerder was.
Paul Marius Borggreve
ft. Dichtkring RondRijm
Wij zijn twee – tweede prijs
Maar de moeder ligt zwart
naast de dochter die droomt
van de omgevallen mand
en het gras in de wind.
Twee vrouwen kijken uit
een raam, naar dorp of stad.
Het is even stil, maar het licht
in de stad is geel van heimwee.
Schrikbarend: vrouwen en
stenen: één naakt, uitgespreid.
De ander grijpt naar haar hoofd
kijkt in de koele lucht.
In de bocht van de weg
naast het koren het meisje
met de koe die grazen wil.
Zij staat in haar schaduw te wachten.
De antilopen kijken naar elkaar.
Zullen we springen, grazen?
Eendracht in houding en staart.
Vooruit, de heuvels tegemoet.
Twee nieuwe obelisken met de punt
in het zand naast de bunkers.
Wit en zwart storen zich niet
aan regen, wind of zwaartekracht.
Remco Ekkers
(zonder titel) – derde prijs
een verlegen tweeling – eervolle vermelding
heb het toch goed voor
met deze verlegen tweeling
met deze onbegrepen enclave
deze Siamese autarkie
al sinds hun eerstenachts bruidsbed
zitten ze bij de genitaliën aan elkaar vast
geen chirurg die ze kan lossnijden
heb het goed voor
met deze ongelegen tweeling
ook al werpen ze steeds barricades op
zeggen ze nooit wat ze denken
een trampoline in hun slaapkamer
is de stille aankondiging
van hun monchrome wittebroodsjaren
een rondvaart in fotoboeken
is hun enige contact
met de bedreigende buitenwereld
heb het dus goed met ze voor
stoor je niet aan onbedoelde onbeleefdheden
begrijp tijdig hun tersluiks gegeeuw
Tjade Witmaar