De vriendelijke politieagent die ik vond
De vriendelijke politieagent die ik vond
Ik kwam u fietsend tegen in het park.
U was een vriendelijke politieagent
met een bonnenboekje
en twee donkere ogen.
Ik was een fietser die daar niet mocht fietsen.
U vroeg of ik dit vaker deed.
Ik zei dat ik dacht dat dit een fietspad was.
U keek even rond en beaamde dat het inderdaad
op een fietspad leek.
Nee, ik had geen ID mee.
U had wel een idee,
half elf op het bureau.
Een date.
Ik kwam casually late
en een beetje nerveus,
we kenden elkaar pas net.
U haalde een cappuccino voor mij,
schreef mijn sofinummer over.
Ik vroeg hoeveel u er vandaag gepakt had.
U zei: “Jij bent de enige.”
Ik geloofde u niet.
De andere agenten deden alsof ze bezig waren.
Ook zij wisten dat andere criminelen
gewoon koffie kregen.
“Bedankt voor het langskomen.” zei u.
“Graag gedaan.” zei ik.
“En niet meer fietsen in het park.”
“Nee,” zei ik, “behalve als u er staat.”
Mooi gevonden… Erg grappig ook.